NEDERLAND - De komende jaren moeten er honderdduizenden woningen worden gebouwd. Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gaat daarom op zoek naar locaties voor nieuwe gebieden voor grootschalige woningbouwprojecten.


Ook wil hij met extra regie zorgen dat in de 17 al bestaande NOVEX-gebieden voor grootschalige woningbouw de potentie voor nieuwe woningen nog meer wordt benut. Dit schrijft hij vandaag in een brief waarin hij de Tweede Kamer bijpraat over de voortgang van de aanpak Grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties.

In Nederland zijn tot en met 2030 981.000 nieuwe woningen nodig. Maar ook daarna – in de periode tot en met 2050 - wordt een groei in de bevolking voorzien. Alleen bouwen op kleine en middelgrote locaties levert niet genoeg woningen op om aan deze groeiende vraag te voldoen. Daarom zet de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, naast maatregelen als de Startbouwimpuls en de Woningbouwimpuls, ook in op uitbreiding van de 17 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties*. Zowel door binnen de bestaande gebieden meer te bouwen, als door het aanwijzen van nieuwe gebieden.

Minister de Jonge: “Ook als we er in slagen meer grip op onze groei te krijgen, zal er toch nog steeds fors meer gebouwd moeten worden om de bevolkingsgroei aan te kunnen. Daarvoor zijn meer locaties voor grootschalige woningbouw nodig. Op de huidige 17 grootschalige woningbouwlocaties is ook na 2030 nog een flinke uitbreiding mogelijk, daarnaast zullen we in het komende jaar nieuwe locaties voor grootschalige woningbouw aan moeten wijzen. Daarvoor kijken we nadrukkelijk ook naar het oosten, het noorden en het zuiden. We zullen heel Nederland moeten benutten en heel Nederland recht moeten doen.”

Onderzoek mogelijkheden grootschalige woningbouw op nieuwe locaties

Over een aantal van de nieuwe potentiële locaties voor grootschalige woningbouw (Gnephoek, Rijnenburg, Cruquis en Oosterwolde) worden al langer gesprekken gevoerd. Daarnaast zoekt de minister nu ook naar nieuwe locaties. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de mogelijkheden voor absolute woningbouwaantallen, maar ook naar de impact die de woningbouw kan hebben op het regionale woningtekort. Het is daarbij de bedoeling om economische ontwikkeling te combineren met grootschalige woningbouw en gebiedsontwikkeling en daarbij behorende voorzieningen. Regio’s waar daarvoor mogelijkheden worden gezien, zijn Eindhoven, de Stedendriehoek, Twente, Zuid-Limburg en de regio Groningen-Assen-Emmen. Deze zoekgebieden staan ook genoemd in de contourennotitie van de Nota Ruimte. Bij de vaststelling van de Nota Ruimte in 2024 zullen de nieuwe grootschalige woningbouwlocaties worden aangewezen.

Vergroten potentie bestaande gebieden

De minister onderzoekt ook de mogelijkheid om de huidige 17 NOVEX-gebieden verder uit te breiden. In totaal is er in deze gebieden tot 2040 de potentie om meer dan 600.000 woningen te kunnen bouwen. Het is daarbij de vraag wat er nodig is om de productie in deze gebieden met name na 2030 te vergroten.

Actieve betrokkenheid Rijk verder verbreed

Op de 17 NOVEX-locaties worden onder regie van de overheid hele nieuwe wijken en stadsdelen gecreëerd waar mensen wonen, werken, leren en elkaar ontmoeten. Per locatie gaat het om minimaal 3.000 woningen. 25 gemeenten ontvangen voor deze gebieden een bijdrage uit het gebiedsbudget van in totaal 475 miljoen euro. Daarnaast is er 6 miljard euro beschikbaar voor schaalsprongen, mobiliteitspakkettenmaatregelen en netwerkopgaven.

Omdat juist ook stedelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en voorzieningen nodig zijn, zijn dit complexe projecten. Het is daarom belangrijk dat er langjarige zekerheid en continuïteit van de bouwproductie kan worden geboden. Dit maakt dat de actieve betrokkenheid van het Rijk op de ontwikkeling en realisatie van deze locaties in de komende jaren verder zal worden uitgebreid.

De minister experimenteert momenteel met extra steun en betrokkenheid vanuit het Rijk op financieel, bestuurlijk en/of operationeel gebied, afhankelijk van de specifieke uitdagingen die in een gebied gelden. Daarnaast verkent hij de mogelijkheden voor een rijksaanpak voor interdepartementale grootschalige gebiedsontwikkeling om uitdagingen op het gebied van werk, wonen, leren, energie en water zo integraal mogelijk aan te pakken.