Zo moet de stikstofuitstoot die het circuit elk jaar mag veroorzaken hetzelfde blijven als in de vergunning uit 2019. Verder moet het circuit jaarlijks rapporteren over de daadwerkelijke uitstoot. Ook is er een verplichting opgenomen dat de vergunning elke 3 jaar wordt geëvalueerd. De rapportages worden door de omgevingsdienst gecontroleerd namens de provincie. Op basis van die gegevens kijkt Noord-Holland of de toegestane uitstoot moet worden bijgesteld.
Bezwaar
Eind 2019 heeft Noord-Holland een natuurvergunning afgegeven. Op basis daarvan kon het circuit hun racebaan aanpassen en organiseerde het Formule 1-races. Verschillende natuur- en milieuorganisaties tekenden tegen de vergunning bezwaar aan en later beroep bij de rechtbank.
Uiteindelijk eindigde de gang naar de rechter bij de Raad van State. Deze oordeelde vorig jaar dat de provincie geen vergunning had mogen verlenen en vernietigde de beslissing op bezwaar. Noord-Holland had een zogeheten ‘positieve weigering’ moeten afgeven. Dat betekent dat er geen vergunning nodig was. Het circuit kon al binnen het pakket van vergunningen die het had, de aanpassingen doen aan de racebaan en de Formule1-races laten plaatsvinden.
De rechtbank liet de bestaande natuurvergunning van 2019 wel in stand. Daardoor bleef het maximum aan stikstofuitstoot staan ter bescherming van de omliggende natuur. Het (ook) vernietigen van die vergunning zou tot gevolg hebben gehad dat alle beperkingen kwamen te vervallen en meer stikstofuitstoot dan het plafond in de natuurvergunning mogelijk was.
Ter inzage
Het ontwerpbesluit wordt namens de provincie door de Omgevingsdienst Noord-Holland-Noord genomen. Uiterlijk maandag 12 februari wordt het ontwerpbesluit gepubliceerd via www.officielebekendmakingen.nl.Daarna ligt het ter inzage voor een termijn van 6 weken. Daarna verwerkt de Omgevingsdienst de zienswijzen en volgt een definitief besluit.