ZANDVOORT - Een historische beslissing in de Zandvoortse gemeenteraad gisteravond, maar de vier miljoen euro investering voor de terugkeer van de Formule 1 op het Circuit moet door de toeristen betaald worden. De meerderheid van de raad vindt dat het gespaarde investeringsgeld niet besteed mag worden aan het evenement.
De toeristenbelasting wordt volgend jaar met 75 cent per nacht verhoogd, in plaats van de 50 cent verhoging die het college van B&W voorstelde. Het spaargeld mag wel tijdelijk gebruikt worden om al snel investeringen te kunnen doen, mocht de F1 in 2020 daadwerkelijk in Zandvoort plaatsvinden.
Het geld is bedoeld voor onder andere een mobiliteits- en verkeersplan, een tweede ontsluitingsweg van het circuit en zogenaamde 'side-evenementen' op de boulevard en het strand. Dat past volgens Ouderen Partij Zandvoort (OPZ) niet in de voorwaarden die zijn gesteld voor het Zandvoortse investeringsbudget. Ook de PvdA was fel gekant tegen deze budgettering, "want we hebben het nodig voor sociale woningbouw en dergelijke", aldus raadslid Maaike Koper.
Duivels dilemma
Het debat gisteravond in de gemeenteraad ging niet of nauwelijks meer óf Zandvoort de portemonnee wil trekken voor het terughalen van het de Formule 1 naar de badplaats. Alleen GroenLinks-raadslid Karim El Gebaly voelde zich voor een 'duivels dilemma' gesteld: "Enerzijds het belang van de Zandvoorters, anderzijds het belang van de natuur en dus de hele wereld."
De GroenLinkser koos er uiteindelijk voor te stemmen om een eensgezinde raad te steunen, maar met een pijnlijk hart. De wethouder en de meerderheid van de raad steunde hem wel in zijn motie om de 'Dutch Grand Prix' op Zandvoort zo duurzaam mogelijk proberen te maken.
Ook het pleidooi van Wim Jansen van Stichting Duinbehoud om de duintoppen te bewaken voor illegale 'meekijkers' naar de race, kreeg bijval van wethouder Ellen Verheij.
Jan Lammers, de beoogd sportief directeur van de GrandPrix van Zandvoort, wil ook graag weer in gesprek met de natuurorganisaties en de actiegroep 'Rust aan de Kust'. "Dat is ook onze sociale verplichting", vindt Lammers, "maar gun dit de vijf à zes miljoen autoliefhebbers."