DEN HAAG - Staatssecretaris Harbers van Justitie en Veiligheid gaat overlastgevende asielzoekers harder aanpakken. Overlastgevers worden sneller in de begeleiding- en toezichtlocatie (ebtl) geplaatst en in individuele gevallen wordt ebtl-plaatsing ook mogelijk voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen die ouder zijn dan 16 jaar.
Daarnaast krijgt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) extra capaciteit om sneller Dublinzaken af te handelen en doen ketenpartners intensiever aan dossieropbouw met het oog op inbewaringstelling. Ook gaat de IND in gesprek met de Rechtspraak om te bezien welke mogelijkheden er zijn om asielzaken van ernstige overlastgevers met voorrang te laten behandelen door rechtbanken, zodat ze sneller kunnen worden afgewezen. Aanleiding voor de maatregelen is de recente reeks incidenten op en rondom COA-locaties waarbij vreemdelingen met een niet-kansrijke asielaanvraag zijn oververtegenwoordigd.
Naast nieuwe maatregelen worden bestaande maatregelen waar mogelijk effectiever ingezet en zo nodig aangescherpt.Staatssecretaris Harbers:“Overlastgevend gedrag is volstrekt ontoelaatbaar. Het kan niet zo zijn dat omwonenden van een AZC en medewerkers die werkzaam zijn op een COA-locatie zich onveilig voelen. Daarom neem ik aanvullende maatregelen om deze groep raddraaiers adequaat aan te pakken. Maar we moeten ook creatief zijn binnen de bestaande mogelijkheden. Als een gebiedsverbod op oudjaarsavond zijn vruchten afwerpt, is het voor overlastgevers wat mij betreft elke dag oud en nieuw.”
Er zal scherper worden ingezet op het sneller plaatsen van overlastgevers in de extra begeleiding- en toezichtlocatie (ebtl). Zo zijn direct na de overlast in Weert en Westerwolde zeven vreemdelingen overgeplaatst naar de ebtl. In de ebtl gelden strengere regels dan in een reglier azc. Bewoners mogen zich slechts op een beperkt aantal plaatsen buiten de locatie begeven en zijn verplicht zich te melden als ze de locatie verlaten en terugkomen. Er is een dagelijkse meldplicht. Zij ontvangen geen financiële verstrekkingen zoals in de reguliere opvang.
Overlast wordt in toenemende mate veroorzaakt door een specifieke, beperkte groep (gestelde) alleenstaande minderjarige vluchtelingen (avm’s). In individuele gevallen wordt ebtl-plaatsing daarom ook mogelijk voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen die ouder zijn dan 16 jaar. Voor deze specifieke groep overlastgevende amv’s geldt dat de bestaande methodiek om amv’s te begeleiden lastig toepaspaar is. Daarom zijn het COA, DJI en Nidos in gesprek om te bezien welke gezamenlijke stappen nog meer kunnen worden genomen. Opvang in minder open opvanglocaties wordt bij die gesprekken niet uitgesloten.
Overlastgevers komen vaak uit veilige landen van herkomst en hebben in veel gevallen een Dublinindicatie. Dit betekent dat een andere EU-lidstaat verantwoordelijk is voor de asielaanvraag. Door middel van een Dublinclaim kan de betreffende asielzoekers door Nederland worden teruggestuurd. Om de afdoening hiervan aan Nederlandse zijde te versnellen, wordt de capaciteit van de IND verhoogd en met voorrang ingezet op de groep overlastgevers. Daarnaast worden IND-medewerkers ingezet om erop toe te zien dat vreemdelingen tijdig aanwezig zijn bij afspraken. Hiermee wordt voorkomen dat asielprocedures onnodig worden vertraagd.
Om het vertrek van overlastgevers te bespoedigen, wordt ingezet op de mogelijkheid om asielzaken van overlastgevers met voorrang te laten behandelen door rechtbanken. In het recente verleden zijn rechtbanken hiertoe bereid gebleken. De Immigratie en Naturalisatiedienst gaat met de rechtbanken in gesprek over een meer structurele toepassing van die werkwijze.