ZANDVOORT - Een man uit Zuid-Afrika moet ruim 780.000 euro terugbetalen aan de broer van een man uit Zandvoort van wie hij een lening kreeg voor een vastgoedproject in Zuid-Afrika. Dat heeft de civiele rechter van de rechtbank Noord-Holland beslist. Het vastgoedproject is er niet gekomen en de rechter oordeelt dat de man uit Zuid-Afrika de lening moet terugbetalen en dat de Zandvoorter bovendien is misleid. Omdat de Zandvoorter zijn vordering heeft overgedragen aan zijn broer, moet de man uit Zuid-Afrika de broer terugbetalen.
Vastgoedproject
In een periode van 2002 tot en met 2017 heeft de Zandvoorter bijna 1,5 miljoen euro verstrekt aan de man uit Zuid-Afrika en een of meer van zijn vennootschappen. Ze waren zakelijke bekenden van elkaar: de man uit Zuid-Afrika had in het verleden werkzaamheden verricht in verband met het onroerend goed van bedrijven van de Zandvoorter. Over de verstrekking van 1,5 miljoen euro is weinig op papier gezet. Het geld zou grotendeels bedoeld zijn voor een vastgoedproject in Zuid-Afrika. Het bedrag was voor ongeveer de helft afkomstig uit het privévermogen van de Zandvoorter, en voor de andere helft uit een van zijn inmiddels failliete vennootschappen.
Volgens de Zandvoorter betrof de 1,5 miljoen euro in zijn geheel een privélening en heeft de man uit Zuid-Afrika hem bedrogen. In 2009 liet de man uit Zuid-Afrika hem namelijk weten dat huizen voor het vastgoedproject werden gebouwd. Maar de Zandvoorter en zijn broer vernamen in 2020 dat zelfs de grond om de huizen op te bouwen nog niet was verworven. De broer ging samen met de makers van een televisieprogramma over oplichting in februari 2020 langs bij de man in Zuid-Afrika. Nu vordert de broer (die de vorderingen van de Zandvoorter op de man in Zuid-Afrika heeft overgenomen) bij de rechtbank het bedrag van bijna 1,5 miljoen euro terug, vermeerderd met rente. Dat komt neer op ruim 2,2 miljoen euro.
Volgens de man uit Zuid-Afrika is de Nederlandse rechter deels niet bevoegd om over de vordering te beslissen. Hij vindt daarnaast dat het grootste deel van het verstrekte geld geen lening was, maar een investering, die bovendien voor een groot deel was gedaan door een van de inmiddels failliete vennootschappen van de Zandvoorter en niet door de Zandvoorter in privé. De investering heeft helaas niks opgeleverd, stelt hij. De bedragen die wel zijn geleend, zijn volgens hem al terugbetaald.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt allereerst dat zij bevoegd is om in deze zaak te beslissen, mede omdat de feiten rondom de verstrekking van het geld zich in Nederland hebben voorgedaan. Vervolgens moet de rechtbank oordelen over hoe de afspraken tussen de Zandvoorter en de man uit Zuid-Afrika geïnterpreteerd moeten worden.
De rechtbank concludeert dat de man uit Zuid-Afrika in een brief van 2009 bevestigt dat hij in een periode van 2001 tot en met 2008 780.000 euro heeft geleend van de Zandvoorter en dat dit geld was bedoeld voor het vastgoedproject. Daarnaast heeft de man uit Zuid-Afrika volgens de rechtbank onrechtmatig gehandeld door misleidende informatie te geven aan de Zandvoorter. Het staat namelijk vast dat het vastgoedproject niet van de grond is gekomen. Maar omdat de man uit Zuid-Afrika in 2009 beweerde dat de bouw van huizen was gestart en enkele maanden later daadwerkelijk een foto stuurde van de beweerde huizen, heeft de Zandvoorter een groot aantal jaren in de veronderstelling geleefd dat het vastgoedproject wel van de grond was gekomen en heeft hij niet geprobeerd het geleende geld terug te krijgen. De rechtbank oordeelt dat de man de 780.000 euro moet terugbetalen.
Daarnaast is er in de periode 2010 tot en met 2017 nog een bedrag van in totaal ongeveer 702.000 euro in ruim duizend stortingen overgemaakt vanuit een van de inmiddels failliet verklaarde vennootschappen van de Zandvoorter. Uit de faillissementsverslagen valt af te leiden dat dit een investering van de vennootschap was in het vastgoedproject. De Zandvoorter kon geen nadere onderbouwing geven dat dit toch een privé geldlening betrof of dat hij door deze investering in zijn privévermogen schade heeft geleden. Hij kan daardoor geen aanspraak maken op dit bedrag.